Ik herinner me nog goed het moment dat mijn kleintje zijn allereerste stapjes zette. Dat hele proces waarin je baby leert lopen is iets magisch, vol twijfels en euforie tegelijk. Misschien herken je het wel: je zit op de grond te kijken hoe hij zich aan de tafel optrekt, wankelt en niet zeker weet of hij durft los te laten. De spanning hangt in de lucht. En dan… één voetje voor de ander, wiebelend maar vol trots. Op dat moment gaat je hart een beetje sneller kloppen en kun je niet anders dan lachen (of een traantje wegpinken).
Dus geloof me, als je in deze fase zit, ben je niet alleen. Ik hoop dat je je gesteund voelt terwijl we samen verkennen waarom deze mijlpaal zo’n grote impact heeft en hoe jij je kindje hier stap voor stap bij kunt helpen.
Wat maakt lopen zo speciaal?
Lopen voelt als een enorme sprong in onafhankelijkheid voor je baby. Het opent letterlijk de wereld. Ineens kan hij zelf op ontdekking gaan, nieuwe plekjes in huis bekijken, of met een grijns de kamer door stappen alsof hij denkt: “Kijk mij toch eens groot zijn!” Bovendien is het vaak het opstapje (pun intended) naar nog meer ontwikkelingen, zoals rennen, springen en dansen.
Die eerste stapjes zijn ook een emotioneel moment voor jou als ouder. Het is een klein teken dat je kindje groeit en steeds zelfstandiger wordt. En eerlijk is eerlijk, soms voel je je er zelfs een tikje weemoedig over omdat je je realiseert hoe snel de tijd gaat. Maar hé, we mogen er best trots op zijn wanneer onze mini-explorers de wereld aan het veroveren zijn.
Hoe begint de weg naar lopen
Het is niet zo dat een baby plotseling opstaat en zonder pardon grote passen maakt. Voorafgaand aan het zelfstandig lopen zijn er allerlei kleinere mijlpalen die je kindje meestal doorloopt. Volgens de Centers for Disease Control and Prevention (CDC) halen de meeste baby’s hun ‘loop-mijlpalen’ ergens rond de eerste verjaardag, maar het kan ook met 9 maanden of juist pas met 17-18 maanden gebeuren. Alles daartussen is normaal. Het sleutelwoord is geduld.
Ik weet hoe het kan voelen als je denkt: “Waarom doet mijn baby er langer over dan die van de buurvrouw?” Toch laat onderzoek, zoals een Zwitserse studie uit 2013, zien dat vroeg of laat lopen geen garantie geeft op ‘beter scoren’ op intelligentie- en motorische tests op latere leeftijd. Dus laat gerust die prestatiedruk varen en kijk naar je eigen kindje, op zijn eigen tempo.
De mini-stappen: van optrekken tot cruisen
Zodra je baby in staat is zichzelf omhoog te trekken (meestal rond de 9 à 10 maanden), is dat een signaal dat er een stevige basis wordt gelegd voor later lopen. Je ziet ze soms fanatiek de rand van de bank vastgrijpen, met volle focus op hun beentjes. Dat is hun ‘work-out’: die beenspieren worden sterker en de balans verbetert.
Vervolgens komt vaak “cruisen”: je baby houdt zich vast aan meubels en verplaatst zich zijwaarts door de kamer. Dit zie je meestal tussen de 9 en 13 maanden. Cruisen is fantastisch om te zien, want dan merk je dat ze al een stapje dichter bij zelfstandig lopen zijn. Ze trainen hun evenwicht, leren het gewicht verplaatsen van het ene been naar het andere en ontdekken langzaam hoe ze los moeten laten.
Van staan zonder steun naar eerste stapjes
Als ze eenmaal moeiteloos kunnen staan zonder steun (gemiddeld ergens tussen de 10 en 16 maanden), ontstaan die wiebelige eerste losse pasjes vaak vanzelf. Dat moment kan bijna uit het niets komen. Soms haalt je baby het speelgoed over van de ene hand naar de andere en beseft hij ineens dat hij niet meer vasthoudt… en dat hij dus uit zichzelf staat! En voor je het weet, zijn die eerste, wankele stapjes een feit.
Om je een klein overzicht te geven van de belangrijkste fases, zie je hieronder een beknopt tabelletje met leeftijden en vaardigheden. Onthoud dat het puur gemiddelden zijn:
Leeftijd (maanden) | Ontwikkeling |
---|---|
9-10 | Optrekken, kruipen |
9-13 | Cruisen, zijwaarts stappen |
12-15 | Eerste zelfstandige stapjes |
15-18 | Meer balans, mogelijk rennen |
Mijn beste tips voor extra motivatie
Ik zeg altijd: als jij vertrouwen hebt in je baby, haalt dat bij hen ook het beste naar boven. En ook al lijkt het soms of ze geen stap verder komen, elke dag kunnen er mini-verbeteringen plaatsvinden. Hieronder deel ik wat ideeën die voor mij en andere ouders goed hebben gewerkt.
Ga voor blote voetjes
Een van de eerste aanwijzingen die ik kreeg was om mijn kindje zoveel mogelijk op blote voetjes te laten lopen. Sokjes met rubberen zooltjes of antislip kunnen ook, maar het idee is dat je baby de vloer goed voelt en gemakkelijker zijn evenwicht vindt. Als ze direct contact hebben met de ondergrond, leren hun voet- en beenspieren beter samenwerken.
Tiny schoenen of fancy slofjes zien er heel schattig uit, maar ze zijn in de beginfase echt niet noodzakelijk. Binnen in huis hoef je alleen maar te zorgen dat het lekker warm genoeg is. Zo kan je baby worstelen en experimenteren met evenwicht zonder dat hij wordt belemmerd door dikke zolen.
Vermijd babywalkers
Ik weet dat een babywalker (zo’n loopstoeltje op wieltjes) verleidelijk kan zijn. Zeker als je even je handen vrij wilt hebben. Maar babywalkers staan erom bekend duizenden hoofd- en nekincidenten per jaar te veroorzaken. Daarnaast leert je kleintje er niet echt van lopen, omdat hij niet zelf het gewicht leert dragen of balans ontwikkelt. Beter is het om meubels zo te plaatsen dat je baby veilig kan cruisen, of om een stevige duwkar te gebruiken waar hij zich achter kan voortbewegen.
De American Academy of Pediatrics heeft zelfs een ban op babywalkers gesuggereerd, precies vanwege die veiligheidsrisico’s. Dus geloof me, het is echt geen fabeltje. Er zijn talloze andere veilige manieren om je baby op een leuke manier te laten oefenen.
Kies een veilige speelruimte
Als je huis iets wegheeft van een hindernisbaan (hier guilty as charged!), loont het om een veilige ruimte te creëren. Zet scherpe meubels of losse kabels weg, leg antislipmatjes neer op gladde vloeren, en zorg voor voldoende loopruimte waar je baby niet elke twee seconden struikelt over speelgoed. Met een beetje voorbereiding kan je kindje ongestoord ontdekken.
En ja, dat betekent soms dat je de speelhoek moet reorganiseren. Maar stel je voor hoe fijn het is als je niet constant aan het roepen bent: “Pas op!” of “Niet daarheen!” Het geeft ook je baby vertrouwen als hij niet elke keer wordt teruggeroepen vanwege obstakels.
Gebruik speelgoed als lokmiddel
Niets motiveert mijn kleintje zo erg als het vooruitzicht van een interessant speeltje. Wanneer hij net begint met die paar stapjes, leg ik bijvoorbeeld zijn favoriete knuffel op de bank, een halve meter verder dan hij kan reiken. Met grote ogen kijkt hij ernaar en probeert hij dichterbij te komen. Zo maak je van leren lopen een klein avontuur en gaat het er speels aan toe.
Een duw- of trek speelgoed is ook leuk, zolang het stabiel is en niet te snel voor hem uit schiet. Denk aan houten loopwagentjes of stevige karren met rubberen wielen. Laat je baby er zachtjes tegenaan leunen, en hij zal merken dat hij kan voortbewegen door te duwen. Dat geeft een gevoel van controle en onafhankelijkheid.
Veelvoorkomende vragen en onzekerheden
Ik hoor vaak dat ouders zich afvragen of er een probleem is als hun kind niet loopt op de leeftijd van 12, 13 of zelfs 15 maanden. “Loopt die van jou al?” is soms de vraag die je overal tegenkomt, en als het antwoord “nog niet” is, kan dat zenuwen opwekken. Maar bedenk dat er een ruime marge is: sommige kinderen beginnen al met 9 maanden, anderen pas met 17 of 18.
Wat als mijn baby vertraging heeft?
Als je merkt dat je kindje ook andere mijlpalen mist (bijvoorbeeld niet omrollen op de leeftijd dat de meeste kinderen dat al wel doen), kan een kijkje bij achterstand in ontwikkeling baby nuttig zijn. Daar vind je extra informatie over hoe je de ontwikkeling kunt stimuleren en wanneer je eventueel hulp kunt inschakelen. Maar onthoud dat elk kindje een eigen tempo heeft en dat het niet altijd iets zegt over hun latere vaardigheden.
Familie-genen: laat-loper in de familie
Soms is er gewoon een genetische factor in het spel. Als jij of je partner zelf laat zijn gaan lopen, is het niet gek dat jullie kleine dezelfde route volgt. Dit noemen we ook wel ‘vertraagde motorische rijping’. Het betekent niet per se dat er iets mis is met je kindje, maar dat hij simpelweg wat meer tijd nodig heeft om genoeg spierkracht en coördinatie te ontwikkelen.
Wanneer wordt het tijd om de huisarts te raadplegen?
Over het algemeen zeggen veel specialisten: ga langs de huisarts of kinderarts voor overleg als je kindje tegen de 18 maanden nog niet zelfstandig loopt, maar wél alle vorige milestones (als zitten, optrekken, kruipen) heeft behaald. De arts zal dan kijken of er fysiek of medisch iets speelt. Ook als je een sterk onderbuikgevoel hebt dat er misschien iets aan de hand is, kun je beter te vroeg dan te laat informatie inwinnen.
Hoe ga je om met vertragingen
Soms is er sprake van een heuse “vertraging” in de ontwikkeling. Ongeveer 10 tot 15% van de peuters heeft op de een of andere manier een achterstand, variërend van motorische tot cognitieve of talige ontwikkeling. Herken je dat en maak je je zorgen? Dat gevoel ken ik maar al te goed. Het is confronterend als jij het idee hebt dat je baby achterblijft, maar je niet precies weet wat te doen.
Doorverwijzing en vroegtijdige hulp
Gelukkig bestaat er iets als vroege interventie. Hiermee bedoel ik dat je op tijd signaleert dat je kindje moeite heeft met bepaalde mijlpalen, en daar vervolgens professionele ondersteuning bij zoekt. Bijvoorbeeld fysiotherapie, ergotherapie of logopedie (als de spraak ook achterblijft). Hoe eerder je erbij bent, hoe beter je baby leert zich aan te passen en toch stappen te maken in zijn eigen tempo.
Ben je op zoek naar meer tips over de ontwikkeling in het algemeen? Kijk dan gerust eens bij ontwikkeling baby, waar je informatie vindt over hoe de groei en mijlpalen in elkaar zitten.
Open gesprek met kinderopvang
Voor degenen die gebruikmaken van peuterspeelzaal of kinderopvang: je kunt altijd in gesprek gaan met de leidsters en hen vragen of zij ook iets opmerken over het motorische gedrag van je kindje. Zij zien vaak meerdere kinderen van dezelfde leeftijd bij elkaar en hebben daardoor een goed vergelijkingspunt. Zo kun je samen een plan maken hoe je je baby’s ontwikkeling, inclusief het lopen, een duwtje in de rug geeft.
Leuke activiteiten om te stimuleren
Nu we de basis hebben behandeld, is het tijd voor wat fun! Want laten we eerlijk zijn, leren lopen kan soms spannender lijken dan het is. Met een paar simpele, speelse oefeningen maak je het aantrekkelijk voor je baby om initiatief te nemen.
Mini-hindernisbaan
Je kunt in je woonkamer of tuin een klein parcours maken met kussens op de grond, een stoel om je aan op te trekken en een lage bank om langs te cruisen. Zet je kindje voor de stoel om te zien of hij zelf omhoog klimt, en laat hem daarna langs de bank “wandelen” om zijn favoriete speeltje te bereiken. Zo voelt het voor je kindje als een spannend spel, terwijl hij ondertussen cruciale vaardigheden oefent.
Trekspelletjes
Met een zachte doek, knuffel of duwtje: als ze eenmaal kunnen staan, kun je grappige trek- of duwspelletjes verzinnen. Bijvoorbeeld: Ga zelf op de grond zitten met een speelkleed tussen jou en je kindje. Houd de uiteinden vast en nodig je baby uit om er ook aan te trekken. Zo oefent hij de balans en beenkracht. En als hij piept tegen het vallen aan, ben jij dichtbij om hem te helpen.
Dans en muziek
Ik ben dol op muziek om baby’s in beweging te krijgen. Zet een vrolijk (kinder)liedje op en moedig je kleintje aan een paar “danspasjes” te maken. Dat kan door te wiegen, rondjes te stappen of te klappen. Het zal waarschijnlijk nog niet op een echt ritme lijken, maar het bevordert wel coördinatie, ritmegevoel en lichaamsbewustzijn. En het geeft natuurlijk een vrolijke sfeer in huis.
Stimuleren van het grijpen en zwaaien
Een ander leuk idee is om speelgoed net iets te hoog (op ooghoogte van je kindje) neer te leggen, zodat hij moet reiken terwijl hij staat. Je baby gaat dan vaak vanzelf op de tenen staan om erbij te kunnen. Dit maakt de enkels, benen en rompspieren sterker. Het helpt hem ook om dat laatste beetje balans te vinden dat nodig is voor de eerste echte stapjes.
Persoonlijke anekdote over onzekerheid
Ik herinner me nog dat ik in de supermarkt stond en een andere moeder enthousiast vertelde dat haar baby van tien maanden al bijna rende. Mijn zoontje was toen 14 maanden en deed nog steeds niets meer dan zich optrekken en cruisen. Ik maakte me stiekem best zorgen. “Doe ik iets verkeerd?”, spookte door mijn hoofd. Maar eerlijk: elke baby heeft z’n unieke timing.
Na een tijdje merkte ik gewoon dat hij elke dag iets langer bleef staan zonder steun. Op een ochtend, toen hij zijn speelgoedbeer probeerde te pakken, zette hij plots drie wankele stapjes naar me toe. Ik was zo verbaasd, ik riep spontaan: “Ja, je doet het!” De opluchting en blijdschap overmande me een beetje. En toen ging hij prompt zitten en keek naar me alsof hij wilde zeggen: “Oké, ik heb het laten zien, nu even rust.” Zo zie je maar, het komt vaak op de gekste momenten en niet altijd wanneer jij erom vraagt.
Met deze ervaring in mijn achterhoofd durf ik te zeggen: probeer te genieten van het proces en stel jezelf gerust. Het moment dat je kindje losloopt, zal sowieso komen, of dat nu op 9, 12 of 18 maanden is.
Blijf vieren en koesteren
Wanneer je baby leert te lopen, ontdek je dat het niet alleen over die eerste stapjes gaat. Er komt zoveel meer bij kijken, zowel bij de fysieke als de mentale ontwikkeling. Je kindje heeft je aanmoediging en liefde nodig om zich veilig te voelen, en jij mag die mijlpaal meevieren alsof je zelf de marathon hebt uitgelopen.
Denk in kleine stapjes en overwinningen
Probeer elke vooruitgang te benoemen. Dat kan zelfs iets heel kleins zijn, zoals 5 seconden zelfstandig staan of een halve stap met steun. Die positieve feedback motiveert je baby om door te gaan. Zelf vond ik het leuk om na elke kleine overwinning even te klappen of een “high five” uit te delen. Zo komt er een feestje in huis, en dat maakt het leren lopen extra leuk.
Laat de druk varen
Het is ontzettend menselijk om te vergelijken. Maar echt, laat die druk alstublieft varen als je merkt dat je er angstig of onrustig van wordt. Iedere baby volgt zijn eigen pad. Staar je niet blind op gemiddelden of andere kindjes uit de buurt, maar houd wel in de gaten of alle grote mijlpalen in de ontwikkeling enigszins in lijn zijn met wat je verwacht. Twijfel je? Bespreek het met je consultatiebureau of huisarts.
Extra informatie en steun
Heb je het idee dat je je baby’s algemene groei en ontwikkeling verder wilt verdiepen? Kijk dan eens bij mijlpalen baby of hoe stimuleer je de ontwikkeling van je baby. Daar staat handige info over wat je in elke fase kunt verwachten. Verdiep je er gerust in en kies uit wat voor jullie goed aanvoelt.
Wat als mijn baby al skipte met kruipen?
Sommige baby’s slaan het kruipen volledig over. Ze gaan van zitten meteen naar staan en vervolgens naar lopen. Dat is ook hartstikke normaal. Volgens veel kinderartsen is er geen enkel bewijs dat dit problemen oplevert voor hun latere motorische vaardigheden. Je kunt natuurlijk wel wat extra oefeningen aanreiken, zodat hun arm- en rompspieren goed getraind blijven, maar als ze zelf kiezen om kruipen over te slaan, valt dat in principe binnen de normale ontwikkeling.
Wanneer moet je je echt zorgen maken?
Het woord “zorgen” klinkt al snel zwaar, maar als jij je moeder- of vadergevoel niet kunt negeren, is het verstandig om het een professional voor te leggen. Meestal krijg je dan de bevestiging dat het lang niet zo zorgelijk is als je dacht. Maar soms is het goed om een kinderfysiotherapeut, een kinderarts of het consultatiebureau in te schakelen, vooral als:
- Je baby ouder is dan 18 maanden en nog helemaal geen losse stapjes probeert te zetten.
- Je baby moeite heeft met andere motorische mijlpalen, zoals zitten of kruipen.
- Er misschien sprake is van een medische aandoening die lopen belemmert (bijvoorbeeld een probleem met de heup of spieren).
Volgens de richtlijnen is het sowieso belangrijk om contact op te nemen als je merkt dat je kind motorisch achterblijft en daar zichtbaar last van heeft. Vroege interceptie kan het verschil maken in het tempo en gemak waarmee je kindje de achterstand inhaalt.
Nog wat praktisch advies en geruststelling
Ik wil je graag nog een paar dingen meegeven die ik zelf helpend vond in het proces van die eerste stapjes. Ook al zijn het misschien open deuren, ik herhaal ze toch:
- Geef je kleintje de tijd. Ja, dit klinkt als een cliché, maar geloof me, ze doen het op hun eigen moment.
- Beloon kleine moed. Of het nu een geniet-moment is of een korte knuffelpauze, elke stap mag gevierd worden.
- Blijf in de buurt. De grootste boost in zelfvertrouwen komt als je baby weet dat jij er bent om hem op te vangen als het misgaat.
- Vertrouw op je intuïtie. Als je je echt zorgen maakt, ga dan naar de huisarts. Een simpele check kan al veel rust geven.
Ik vergeet nooit meer hoe ik me in het begin schuldig voelde als mijn zoontje een keer hard op de billen viel. Ik dacht meteen dat ik niet goed genoeg aan het opletten was. Maar vallen en opstaan hoort erbij. Nu hij groter is, weet ik dat vallen zelfs belangrijk is om te leren hoe je je vangt en weer opkrabbelt.
Extra stimulans door spel en humor
Er zijn ook tal van producten op de markt die claimen het lopen te stimuleren. Je kunt natuurlijk even op een website zoals Bol.com kijken naar duwkarretjes of ander babyspeelgoed dat is ontworpen om beweging te bevorderen. Persoonlijk kies ik graag voor eenvoudige, houten loopwagens omdat ze stevig en stabiel zijn. Maar doe gewoon wat goed voelt en binnen je budget past. Let wel op dat het kinderschouderhoogte heeft en niet te licht is, zodat het niet wegglijdt.
Maak het leuk met muziek en geluid
Tegenwoordig heb je ook duwkarretjes met kleine belletjes of muziekjes erin verwerkt. Voor sommige kinderen is dat fantastisch motiverend, voor anderen afleidend. Probeer uit wat je baby leuk vindt. Soms kan een simpel deuntje al genoeg zijn om hem te laten bewegen en met een lach te laten oefenen.
Betrek broertjes, zusjes of vriendjes
Als je nog andere kinderen thuis hebt, is het superleuk om die erbij te betrekken. Laat ze samen een klein spelletje doen, zoals “wie kan het snelst naar mama komen?” of “breng het speelgoedje naar je broertje.” Het bevordert niet alleen het lopen, maar ook de band tussen de kinderen. En als je maar één kindje hebt, kan een neefje, nichtje of buurkindje net zo goed dienen als speelkameraadje.
Vier de verschillen
Na lang observeren en praten met andere ouders, besefte ik dat iedereen zijn eigen ‘loopverhaal’ heeft. De ene baby hink-stap-springt door de kamer, de andere stapt voorzichtig en staat soms roerloos stil. Er zijn baby’s die even op de tenen lopen, een soort cowboy-walk doen of met de beentjes naar buiten gedraaid. De meeste variaties verdwijnen vanzelf naarmate de beenspieren sterker worden en de coördinatie toeneemt.
Toch, als je echt twijfelt over de manier waarop je kindje loopt (bijvoorbeeld erg opvallend op de tenen of extreme X- of O-beentjes die niet minder worden) is het slim om met een professional te praten. Die herkent vaak sneller of er iets is dat medische aandacht nodig heeft.
Blijf in beweging, samen en apart
Wanneer je baby eenmaal die eerste stapjes heeft ontdekt, stopt het niet meer. Voor je het weet, probeert hij te rennen, te klimmen of zelfs te dansen. Dat brengt natuurlijk nieuwe uitdagingen met zich mee. Maar zie het als een avontuur dat jullie samen aangaan. Je staat aan het begin van een fase waarin jouw aangeboren bezorgdheid en zijn groeiende zelfstandigheid elkaar soms in de weg kunnen zitten: jij wilt dat hij niet valt, hij wil juist ontdekken.
Speeltuinplannen
Als het weer het toelaat, is een speeltuinbezoek een fijne volgende stap. Laat je baby in de zandbak “lopen” op blote voetjes, langs het bankje cruisen of op een zachte mat klimmen. Zand en gras geven weer een ander soort ondergrond die kan stimuleren. Werk met kleine, haalbare doelen: “Kun je van het bankje naar mama stappen?” Houd het speels, vrolijk en vooral zonder dwang.
Pauzemomentjes gunnen
Waak ervoor dat je baby niet oververmoeid raakt. Leren lopen kost kracht in de beentjes, romp en armen. Niet gek dus dat hij na een aantal pogingen even wil zitten of kruipen. Gun hem die rustmomenten. Een ontspannen approach vergroot de kans dat hij zo meteen weer vol goede moed opstaat.
Focus op het proces, niet het resultaat
Het lijkt een mantra te worden, maar ik meen het oprecht: focus op het proces. Lopen leren is niet alleen een kwestie van puur fysiek kunnen staan en stappen, maar ook van durven. Een baby kan soms best de spierkracht hebben, maar zich toch onzeker voelen. Je aanmoedigingen, glimlachen en troostende armen zijn net zo belangrijk als de spieren in zijn beentjes.
Schiet niet in de stressmodus
Ik heb weleens in paniek gegoogeld: “Waarom loopt mijn baby niet?” en geloof me, je wordt overspoeld door doemscenario’s. Meestal is echter de realiteit een stuk milder. De meeste kinderen gaan vanzelf lopen wanneer ze eraan toe zijn, zowel psychisch als fysiek. Merk je echter dat je kindje dreigt uit te glijden in een negatieve spiraal (veel huilen, helemaal geen interesse in staan of kruipen meer), dan kun je de huisarts polsen. Maar in veruit de meeste gevallen is geduld het sleutelwoord.
Bouw aan vertrouwen
Door dit hele leerproces van staan, balanceren en stapjes zetten, bouwt je baby zelfvertrouwen op. Dit vertrouwen kan later doorwerken in andere ontwikkelingsgebieden, zoals (voor)taal, voeding en sociale interactie. Voel je dus vrij om veel complimentjes te geven wanneer je kleintje ook maar een halve stap in de goeie richting zet. Zelfvertrouwen is misschien wel de mooiste brandstof voor verdere groei.
Veiligheid en babyproofing revisited
Nog een praktisch advies: check regelmatig hoe ‘babyproof’ je huis is, want een lopende baby komt op plekken die hij kruipend niet bereikte. Denk aan lage kasten met schoonmaakmiddelen, rondslingerende snoeren, tafelkleedjes die naar beneden getrokken kunnen worden. Loop (of kruip) zelf eens door het huis op “baby-hoogte,” en kijk welke gevaren hij tegenkomt. Beter nu even aanpakken dan straks met een stoel op de spoedeisende hulp belanden.
Let ook op hoekbeschermers, traphekjes en beveiliging van stopcontacten. Het klinkt misschien wat overdreven, maar voor je het weet ziet je kleintje iets glimmen in het stopcontact en wil hij er in alle onschuld aan zitten.
Samenvattend: je staat er niet alleen voor
Leren lopen is een groots avontuur voor je baby, maar stiekem ook voor jou. Er komen allerlei emoties bij kijken, van trots tot onzekerheid. Het helpt om te weten dat we allemaal die weg bewandelen met onze kinderen: soms vol enthousiasme, soms met knikkende knieën.
- De leeftijd waarop baby’s beginnen te lopen varieert van 9 tot 18 maanden.
- Niet elk kindje kruipt eerst, sommigen slaan die fase over.
- Blote voetjes en een veilige, aangemoedigde omgeving versnellen het proces.
- Babywalkers kun je beter vermijden vanwege veiligheid en gebrek aan echte oefening.
- Twijfel je over een ontwikkelingsachterstand? Raadpleeg dan op tijd een professional.
Einde van de rit (of juist het begin?)
Die eerste stapjes zijn nog maar het begin van een wereld vol beweging en ontdekkingen. Voordat je het weet, rendert je kleine door de kamer en vraagt hij zich af waarom mama of papa zo sloom doet. Of hij wil buiten gras ervaren, struikelt over een drempeltje en leert zo waar zijn grenzen liggen. Telkens weer een fase, telkens een nieuw leerproces.
Ik gun je vooral dat je met verwondering en plezier kunt toekijken, in plaats van met spanning. Sta erbij stil dat je kindje halteert, opstaat en die dappere stappen zet omdat hij erop vertrouwt dat jij er bent. En weet dat alle research laat zien dat elke baby op zijn eigen moment, in zijn eigen tempo, de wereld begint te verkennen. Schouders los, glimlach op en geniet van elk wankel pasje… want voor je het weet, rent hij je voorbij.
Heb je tussendoor behoefte aan meer specifieke info over de ontwikkelingsfases, dan kun je altijd kijken bij baby ontwikkelingssprongen. Daar vind je informatie over andere veranderingen die vaak gepaard gaan met dit soort nieuwe vaardigheden.
Dus ja, laten we het vooral positief houden. Ik zeg: “Kijk met grote ogen naar hoe je baby leert lopen, want iedere stap is een cadeau.” Ik sta aan de zijlijn te zwaaien, net als je eigen vrienden en familie, in de wetenschap dat ook deze mijlpaal een feestje waard is. Vertrouw erop, je kleintje is verdorie een echte ontdekker, en jij bent zijn gids. En geloof me — het allermooiste moet nog komen.