Waarom geeft je baby over na voeding

Ik weet nog goed hoe ik me voelde toen mijn baby voor het eerst heftig leek te overgeven. Dat kleine lijfje, dat plotseling alles eruit gooide, gaf me meteen een onzeker gevoel. “Is dit wel normaal,” vroeg ik me af. Misschien herken je dat—de twijfel, de angst, en de vraag of je iets verkeerd doet. Geen zorgen, ik ben er om je een handje te helpen met wat ik onderweg heb geleerd. In dit artikel duiken we samen in de wereld van baby overgeven. We bekijken de oorzaken, geven tips over wat je kunt doen en bespreken wanneer het wél tijd is om je zorgen te maken.

Is overgeven normaal bij baby’s?

Voordat we allerlei oplossingen gaan bekijken, is het goed om te weten of overgeven na een voeding überhaupt abnormaal is. Veel baby’s spugen wel eens, en vaak is dat niets om je druk over te maken. Toch is het prettig om te begrijpen hoe het precies werkt.

Wat is het verschil tussen spugen en overgeven?

Ik hoor vaak de termen “spugen” en “overgeven” door elkaar gebruikt worden, maar er zit een duidelijk verschil tussen.

  • Spugen: Het is meestal een klein mondje melk dat naar buiten glijdt, vaak zonder veel kracht. Baby’s die spugen, lijken vaak niet van streek en gaan er moeiteloos mee om. Zo’n beetje melk dat omhoogkomt kort na de voeding is bij veel pasgeborenen heel gebruikelijk.
  • Overgeven: Dit is veel heftiger, met meer kracht of een ‘fontijn’-achtige beweging. Soms gaat het gepaard met huilen of grimassen, omdat de baby zich duidelijk niet lekker voelt. Meestal treedt dit direct na de voeding op, maar het kan ook iets later gebeuren—vooral als er sprake is van een onderliggende oorzaak zoals een infectie, allergie of reflux.

Waarom is die nuance zo belangrijk? Simpel: spugen (of “posseten”) wordt als normaal beschouwd, zeker in de eerste maanden. Overgeven is intensiever, kan vaker voorkomen en is soms een signaal dat er iets anders aan de hand is.

Hoe vaak is normaal?

Misschien voel je je opgelucht als je hoort dat ongeveer de helft van alle baby’s jonger dan 3 maanden regelmatig melk teruggeeft (spugen). Vaak is dat volkomen onschuldig en neemt het geleidelijk af rond de leeftijd van 6 tot 12 maanden. Sommige baby’s blijven wat langer spugen, maar zolang ze goed groeien en niet ongemakkelijk lijken, is er meestal niets ernstigs aan de hand.\
Overgeven in de zin van krachtig uitspugen komt gelukkig minder vaak voor. Gebeurt het echter regelmatig en zie je je kleintje hier echt door lijden, dan is het slim om even verder te speuren naar een oorzaak.

Mogelijke oorzaken van overgeven na voeding

Er kunnen verschillende redenen zijn waarom een baby overgeeft. Misschien is het iets heel simpels—zoals net een slokje teveel—of speelt er een medisch verhaal op de achtergrond. Laten we samen bekijken welke factoren er allemaal kunnen meespelen.

Te veel voeding in één keer

Zo’n hongerige baby kan soms gulzig aan de borst of fles drinken, vooral als er een paar uur voorbij is sinds de vorige voeding. Dat kan ertoe leiden dat de maag gewoon te vol raakt. Het resultaat? Je kleintje kan gaan spugen of overgeven, simpelweg omdat er niet genoeg ruimte in dat kleine maagje is.\
Soms help je hiermee door de voedingen iets te spreiden. In plaats van één grote fles kun je bijvoorbeeld twee kleinere porties geven met een kleine pauze ertussen. Zo krijgen ze nog steeds voldoende binnen, maar hoef je niet bang te zijn dat alles er even later weer uitkomt.

Slikken van lucht tijdens drinken

Het kan zomaar gebeuren dat je baby tijdens het drinken lucht mee naar binnen hapt—zeker als hij of zij gehaast drinkt of als de speen te groot is. Die lucht moet ergens heen, en als dat gepaard gaat met een flinke boer, kan er ook melk mee naar boven komen. Dat oogt soms als “overgeven,” maar in veel gevallen is het gewoon spugen met een boertje erbij.\
Heb je het idee dat je baby voortdurend lucht mee slikt? Dan kan een andere fles of speen helpen. Er bestaan speciale “anti-koliek” flessen, die ontworpen zijn om luchtbellen te minimaliseren. Zelf heb ik goede ervaringen met een anti-koliek fles van Dr. Brown’s, maar op Bol.com vind je meerdere merken die vergelijkbare systemen aanbieden.

Reflux of verborgen reflux

Reflux komt veel voor in de eerste levensmaanden. De sluitspier tussen de slokdarm en de maag is nog niet helemaal volgroeid, waardoor voeding relatief eenvoudig omhoog kan komen. Bij “gewone” reflux zie je melk terugstromen; bij “verborgen reflux” (of “silent reflux”) gebeurt dat zonder dat het duidelijk zichtbaar is, maar kan het toch irritatie of ongemak geven.\
De meeste baby’s groeien er gelukkig overheen. Meestal begint reflux rond 2 tot 3 weken na de geboorte, piekt bij 4 tot 5 maanden en neemt geleidelijk af tegen de tijd dat ze 9 tot 12 maanden oud zijn. Twijfel je of reflux bij jouw kleintje een rol speelt? Dan kun je een kijkje nemen op baby reflux voor iets meer achtergrondinformatie.

Onrijp spijsverteringsstelsel

Je kunt je voorstellen dat het spijsverteringssysteem van je baby nog volop in ontwikkeling is in de eerste maanden. Dat betekent dat maag en darmen het soms lastig vinden om alle voedingsstoffen soepel te verwerken. Dit kan leiden tot regelmatiger spugen of zelfs braken. Na verloop van tijd groeit die maagklep, de slokdarmsluiting (LES), verder dicht en leren darmen hun werk beter doen. Met een beetje geduld en wat slimme aanpassingen bij het voeden, gaat het vaak vanzelf een stuk beter.

Voedselintolerantie of koemelkallergie

Sommige baby’s reageren heftig op bepaalde voedingsstoffen—zoals koemelkeiwit. Deze allergie kan zich uiten in overgeven, diarree, huiduitslag of gerommel in de buik. Denk je dat dit speelt, of merk je dat je kleintje steevast moet overgeven wanneer je (borst)voeding eet of drinkt die koemelkeiwit bevat? Dan is het slim om met je huisarts te overleggen. Als er echt sprake is van koemelkallergie, kun je meer lezen bij baby koemelkallergie. Ook bij zogenoemde ‘verborgen’ voedselallergieën of intoleranties is het raadzaam om een professional in te schakelen.

Infectie of griepje

Baby’s zijn kwetsbaar en zijn in hun eerste levensjaar volop bezig antistoffen op te bouwen. Een buikgriepje of virale infectie kan leiden tot overgeven, soms gepaard met koorts, diarree en algehele malaise. In dat geval is het extra belangrijk om je kleintje gehydrateerd te houden. Mijn tip: geef, zeker bij flesvoeding, tijdelijk wat kleinere hoeveelheden en raadpleeg een arts als je merkt dat je kleintje suf wordt of tekenen van uitdroging vertoont (zoals geen natte luiers).

Wanneer moet je je zorgen maken?

Overgeven is dus niet per se alarmerend. Toch zijn er situaties waarin het goed is om wat voorzichtiger te zijn. Als ouder voel je vaak instinctief wanneer iets niet helemaal pluis is, maar hier zijn wat extra alarmsignalen.

Alarmsignalen om op te letten

  • Er komt gal (groenachtige vloeistof) of bloed mee in het braaksel.
  • Je baby lijkt uitgedroogd: weinig tot geen natte luiers, droge mond, heel futloos.
  • Aanhoudend braken dat blijft terugkeren na bijna elke voeding.
  • Je baby weigert te drinken of te eten en lijkt dieper weg te zakken in lethargie.
  • Koorts met overgeven, in combinatie met andere symptomen zoals heftige diarree, aanhoudend huilen of ademhalingsproblemen.

Bij twijfel is het altijd beter om een deskundige in te schakelen. Misschien blijkt het een onschuldige buikgriep, maar mocht er iets meer aan de hand zijn, dan ben je er toch op tijd bij.

Wanneer naar de huisarts?

De meeste ouders weten intuïtief wanneer ze echt hulp moeten inschakelen, maar soms is het fijn om een concrete richtlijn te hebben. Als overgeven gepaard gaat met een van de alarmsignalen hierboven, is het verstandig om je huisarts te bellen. Weet je niet of het dringend is? Dan kun je altijd kijken op wanneer naar huisarts met baby voor wat meer houvast. Ook wanneer je baby al een paar dagen minder wil drinken, niet genoeg natte luiers produceert of een ernstig zieke indruk maakt, zou ik niet twijfelen.

Wat kun je doen om overgeven te voorkomen?

Gelukkig zijn er allerlei simpele maatregelen die je kunt treffen om het risico op overgeven bij je baby te verkleinen. Zoek vooral uit wat werkt voor jullie, want iedere baby is anders.

Houding bij en na de voeding

Door je kleintje tijdens en na het voeden in een redelijk rechte houding te houden, geef je de zwaartekracht de kans om te helpen. Wanneer je baby plat ligt meteen na het drinken, is het nog gemakkelijker voor de voeding om omhoog te komen.

  • Probeer bijvoorbeeld een half uur rustig rechtop te blijven zitten met je kindje tegen je aan.
  • Als je flesvoeding geeft, kun je de baby iets schuin houden, met het hoofdje hoger dan de rest van het lijfje.
  • Het is niet raadzaam om het matrasje van het bedje te verhogen—dat wordt bij refluxklachten zelfs expliciet afgeraden. Een kindje kan hierdoor ongemakkelijk gaan schuiven, wat ook niet bevorderlijk is.

Frequentere maar kleinere voedingen

Ik weet hoe verleidelijk het kan zijn om te denken: “Laten we het nu meteen goed aanpakken met een grote voeding, dan kan ik langer wachten tot de volgende.” Toch pakt dit niet altijd goed uit. Door de baby frequenter kleine porties te geven, wordt de maag minder belast. Dat verkleint de kans dat alles er na afloop weer uitkomt.\
Misschien voelt het alsof je dan elke paar uur (of zelfs elk uur) in de weer bent, maar voor sommige baby’s is dit écht een uitkomst.

Boertje laten na elke voeding

Het is zo’n eenvoudig advies, maar het maakt echt een wereld van verschil. Laat je baby even de tijd nemen om lucht kwijt te raken na elke voeding.

  1. Houd je kleintje rechtop, met het kinnetje op je schouder.
  2. Wrijf rustig over de rug.
  3. Blijf zo zitten tot je duidelijk een boertje hoort of voelt.\
    Een boertje betekent niet altijd dat er geen lucht meer in het maagje zit, maar het kan wel heel wat druk wegnemen, en daarmee het spugen—of overgeven—verminderen.

Kies de juiste speen of fles

Drinkt je baby uit een fles? Dan kan de vorm, het materiaal en het type speen van invloed zijn op hoeveel lucht je kindje binnenkrijgt. Er zijn diverse flessen op de markt die het slikken van lucht beperken. Ook kan een speen met de juiste flow (niet te snel, niet te langzaam) helpen om overmatig gulzig drinken te voorkomen. Soms is het een kwestie van uitproberen totdat je merkt dat je baby rustiger drinkt.\
Als je twijfelt, kun je even rondkijken bij verschillende anti-koliek flessen of flesspenen met een speciale ventieltechniek. Zelf heb ik op Bol.com vaak handige toelichtingen gelezen in de reviews van andere ouders, waar je snel ziet of een bepaalde fles ook echt werkt tegen overgeven.

Overgeven bij borstvoeding vs. flesvoeding

Dat baby’s soms wat melk teruggeven, kan zich voordoen bij zowel borstvoeding als flesvoeding. Toch zijn er subtiele verschillen die invloed hebben op de oorzaken en oplossingen.

Verschillen in oorzaak en aanpak

  • Borstvoeding: Borstvoeding is makkelijker verteerbaar en wordt doorgaans sneller door het maag-darmstelsel verwerkt. Daardoor kunnen baby’s die borstvoeding krijgen vaak minder last hebben van reflux. Tegelijk is het wel mogelijk dat een baby overgeeft als je melktoevoer erg sterk is (toeschietreflex) of als hij heel gulzig drinkt. Dan kun je bijvoorbeeld een andere voedingshouding proberen, of je baby laten pauzeren bij een sterke toeschietreflex.
  • Flesvoeding: Bij flesvoeding kan de hoeveelheid en snelheid van de voeding soms wat moeilijker in te schatten zijn, zeker als je kleintje snel drinkt. Heb je het idee dat je baby continu te veel binnenkrijgt? Dan kan een fles met regelbare melktoevoer (bijvoorbeeld een speen met ‘slow flow’) veel schelen in het voorkomen van overgeven.

Moet je overstappen van voeding?

Als ouder vraag je je misschien af of het probleem verholpen kan worden door de overstap te maken van borst- naar flesvoeding, of andersom. Persoonlijk raad ik aan om rustig te analyseren waar het probleem daadwerkelijk ligt. Als je baby bij borstvoeding teveel lucht binnenkrijgt, is het slim om eerst te kijken naar de voedingshouding of het toeschietreflex. Bij flesvoeding kun je de speenformaat en de timing optimaliseren.\
Stap niet zomaar over op andere voedingen zonder overleg met een deskundige. Zeker bij verdenking van koemelkallergie is het beter om samen met de huisarts of consultatiebureau te bekijken of een speciale hypoallergene formule geschikt is.

Veelgestelde vragen

Hieronder vindt je de meestgestelde vragen omtrent baby’s die moeten overgeven. Vertrouw je het niet? Neem direct contact op met een huisarts of medisch specialist!

Kan overgeven komen door een groeispurt?

Jazeker, een groeispurt kan indirect leiden tot overgeven. Tijdens een groeispurt kan je kleintje opeens veel vaker gevoed willen worden. Dat is heel normaal, want ze hebben behoefte aan extra energie en bouwstoffen. Maar als ze direct een enorme hoeveelheid melk binnenkrijgen na een periode van rapid-fire voedingen, kan het gebeuren dat het maagje te vol raakt en je baby moet overgeven. Het helpt om, ondanks de hongerige signalen, nog steeds met kleinere porties te werken. Geef dus best wat vaker—maar telkens een beetje minder—en kijk hoe je kindje reageert.

Is het gevaarlijk als mijn baby vaak spuugt?

Het is meestal niet gevaarlijk als je baby vaak spuugt, zeker niet als het gaat om spugen zonder veel kracht. Veel baby’s spugen, vooral de eerste maanden: het kan zomaar 5 tot 10 keer per dag gebeuren. Solange je kindje lekker groeit, alert blijft, regelmatig plast en niet al te veel tekenen van ongemak vertoont, is er weinig reden tot paniek.\
Wel is het verstandig om te blijven opletten als je baby zichtbaar last heeft tijdens of na het spugen. Merk je dat je baby klachten als huilen, slecht drinken, koorts, diarree of iets anders opvallends heeft, dan is het goed om na te gaan of er misschien sprake is van een infectie of allergie. Bij koorts kun je veel tips vinden in wat te doen bij koorts baby.

Kun je overgeven verwarren met reflux?

Ja, soms is het lastig om ze uit elkaar te houden, omdat reflux bij sommige baby’s ook best krachtig kan lijken. Reflux is echter vaak een gradueel proces: je ziet de melk langzaam omhoogkomen, of je hoort je kindje slikken of proesten als de melk omhoogkomt. Bij echt overgeven gaat het er in een keer heel krachtig uit.

  • Bij reflux is er meestal geen heftige, langdurige huilbui of schrikreactie, tenzij de slokdarm pijn doet door maagzuur.
  • Bij overgeven zie je vaak een duidelijk moment van kokhalzen of persen, en je baby kan er echt even beduusd van zijn.\
    Ga vooral na hoe frequent het gebeurt, of je baby er last van heeft en of er andere verschijnselen zijn (bijvoorbeeld tekenen van pijn, zuur ruiken, boosheid, overstrekken). Heb je twijfels? Bespreek het met je huisarts of het consultatiebureau. Zij kunnen je helpen om te beoordelen of het kwaad kan, of dat er wellicht een behandeling nodig is.

Ik hoop dat je na het lezen van dit artikel wat meer rust voelt rondom het thema “baby overgeven.” Het is heel normaal om af en toe een klets melk over je schouder te krijgen, en ook flink overgeven kan soms gewoon even bij de ontwikkeling horen. Ik weet dat het allemaal best overweldigend kan zijn, zeker als het lijkt alsof je aan de lopende band spuugdoekjes nodig hebt. Toch zijn de meeste oorzaken gelukkig onschuldig en tijdelijk.

Weet vooral dat je niet alleen staat: we delen allemaal dezelfde zoektocht. Soms is het een kwestie van kleine aanpassingen in de voeding of houding, een andere fles, of even checken of er geen verborgen oorzaak meespielt zoals allergie of infectie. En als je ooit het gevoel hebt dat er meer aan de hand is—vertrouw dan op je ouderlijk instinct en zoek er hulp bij. Je baby heeft maar één ding nodig: jouw liefde, aandacht en geruststelling. En die heeft hij of zij al in overvloed, toch?

Heb vertrouwen in de stappen die je neemt, en geef jezelf ook de ruimte om te leren. Voor je het weet ben je een volleerd “anti-overgeef-expert,” en lach je om de tijden dat je dacht dat het nooit zou overgaan. Sterkte en heel veel knuffels toegewenst!

Scroll naar boven