Hoe ga je met driftbuien bij dreumesen om

Ik weet als geen ander hoe het voelt als je dreumes ineens midden in de woonkamer in woede uitbarst. Die driftbuien dreumes kunnen behoorlijk intens zijn. Soms heb je net je kop koffie ingeschonken, en dan barst de bom omdat je kind niet met je telefoon mag spelen. Ik heb het zelf meegemaakt en begrijp heel goed dat je je soms machteloos kunt voelen. Gelukkig is deze fase vol driftbuien niet per se een teken dat er iets misgaat. Het hoort erbij, ook al vraagt het enige doorzettingskracht. Hieronder lees je hoe ik hierop reageer en wat mij allemaal heeft geholpen.

Begrijpen van driftbuien bij een dreumes

Ik merkte al snel dat driftbuien bij een dreumes geen zeldzaamheid zijn. Vanaf ongeveer 1 jaar tot een jaar of 3 hebben kinderen de neiging om zo nu en dan flink te protesteren. Ze leren zich uiten en zoeken de grenzen op. Volgens verschillende onderzoeken, zoals die van het Oregon Social Learning Center, is dit een normale ontwikkeling. Zij geven aan dat driftbuien vaak ontstaan omdat je kleintje nog niet goed kan zeggen wat hij voelt of nodig heeft. Dan kan het al snel gebeuren dat hij uit pure frustratie gaat schreeuwen of huilen.

Wat ik persoonlijk belangrijk vind om te beseffen, is dat mijn reactie invloed heeft op hoe lang en hoe vaak deze driftbuien voorkomen. Als ik kalm blijf en niet direct boos word, merkt mijn dreumes dat er rust is. Die rust neemt hij eerder over, waardoor de situatie sneller de-escaleert. Wanneer ik daarentegen geïrriteerd reageer, loopt zijn spanning alleen maar op. Mijn ervaring is dat het bijdreumesen net zo werkt als bij volwassenen: als je boos wordt op iemand die boos is, verergert het conflict.

Waarom dreumesen zo reageren

Iedere dreumes is anders, maar meestal spelen een paar factoren een rol. Mijn dreumes raakte vaak overprikkeld wanneer hij moe was. Ook zag ik dat honger Noord-Koreaanse taferelen kon veroorzaken, bij wijze van spreken. Dan was het huilen niet van de lucht. Hieronder vind je enkele oorzaken die ik bij mijn eigen kind heb gezien:

  • Onvoldoende taalvaardigheid om wensen kenbaar te maken.
  • Moe of hongerig, waardoor de frustratie sneller oplaait.
  • Overprikkeling na een drukke dag, veel mensen of harde geluiden.
  • Peuter probeert grenzen te verkennen: “Wat als ik nu eens nee zeg?”
  • Een plotselinge overgang van de ene activiteit naar de andere zonder waarschuwing.

Ik realiseerde me dat ik mijn dreumes soms net iets te veel wilde sturen. Dan kon hij niet kiezen en voelde hij zich machteloos. Zodra ik hem een kleine keuze gaf, bijvoorbeeld tussen twee shirts, ging het al stukken beter.

Hoe ik driftbuien aanpak

Doorheen de tijd heb ik een paar strategieën ontwikkeld die goed werken voor mijn gezin. Ik ben geen superouder, maar ik zie wel dat vaste routines en een kalme aanpak het verschil maken. Hier is wat ik doe.

Stap 1: Voorspelbaarheid creëren

Ik leerde dat driftbuien dreumes vaak voorkomen als mijn kleintje totaal niet klaar is voor een overgang. Ik noem het wel eens een “plotselinge wending” in zijn ogen. Bijvoorbeeld: we spelen lekker in de tuin en ineens is het tijd om naar binnen te gaan. Dat vindt hij niet leuk. Daarom vertel ik van tevoren: “Over vijf minuutjes gaan we ons klaarmaken om naar binnen te gaan.” Kleine waarschuwingen geven hun brein de kans om zich in te stellen op wat komen gaat.

Stap 2: Kalm blijven ademen

Klinkt misschien zweverig, maar het is voor mij essentieel. Zodra ik merk dat hij begint te brullen, neem ik heel bewust een diepe ademhaling. Ik voel hoe mijn schouders zakken. Soms tel ik in mijn hoofd tot tien. Dit helpt mij om niet in de waan van het moment mee te gaan. Kinderen kopiëren ons gedrag, en als ik mezelf in bedwang houd, leert hij op termijn ook beter omgaan met frustraties.

Stap 3: Benoemen wat er gebeurt

Als mijn dreumes de grond op gaat, zeg ik vaak rustig: “Ik zie dat je boos bent omdat je het autootje niet krijgt.” Hiermee bevestig ik zijn gevoel. Hij voelt zich gehoord, en dat kan net dat stapje zijn richting kalmte. Ik probeer bovendien niet te overdrijven. Ik zeg niet: “Rustig, rustig, rustig!”, maar gebruik korte, herkenbare zinnetjes. Die eenvoud houdt het voor hem behapbaar.

Stap 4: Afleiden waar mogelijk

Soms helpt afleiding enorm, vooral in de vroege fase van een driftbui. Ik heb gemerkt dat iets grappigs doen, zoals mijn hoofd ‘per ongeluk’ stoten tegen de bank en “oeps!” roepen, hem kan laten lachen. Of ik pak zijn lievelingsknuffel en maak daar een poppenkastshow mee. Dan ontstaan er ineens nieuwe prikkels die de boosheid verdringen. Dit werkt niet altijd, maar vaak genoeg wel. En als het een keer niet werkt, weet ik dat ik misschien iets anders moet proberen, zoals zijn aandacht verschuiven naar een geliefd speeltje.

Stap 5: Helpen om emoties te uiten

Als de driftbui echt op volle toeren draait, neem ik hem soms even vast. Ik vraag: “Wil je een knuffel?” Sommige dreumesen willen dat niet en duwen je weg, maar de mijne vindt het vaak prettig. Ik voel dat hij langzaam ontspant in mijn armen. Dan zeg ik: “Je bent boos, hè? Dat is niet leuk.” Zo leer ik hem de emoties woorden te geven. Uiteindelijk gaat hij minder schreeuwen en meer vertellen wat er aan de hand is, zoals: “Niet stoppen spelen!”

Hulpmiddelen en tips

Ik heb door trial-and-error geleerd dat bepaalde hulpmiddelen of gewoonten de kans op driftbuien bij een dreumes sterk verminderen. Het is niet zo dat ik alles altijd perfect doe, maar ik merk echt dat het leven wat rustiger verloopt als ik consistent ben met de volgende tips.

Rust en regelmaat

Ik plan liever niet te veel uitjes achter elkaar. Als we ‘s ochtends naar de speeltuin gaan, dan doe ik in de middag iets kleins, zoals samen een boekje lezen. Te veel prikkels stapelen zich anders op, en dan kan een kleine tegenvaller al uitmonden in een grote woedebui.

Eet- en slaapschema

Bij ons in huis is de gulden regel: eerst eten en slapen op vaste tijden, pas dan grote activiteiten. Als hij moe of hongerig is, is de kans aanzienlijk groter dat driftbuien escaleren. Door vaste tijden te hanteren, kan ik zijn humeur enigszins voorspellen. Als hij moet slapen, doe ik dat rond dezelfde tijd. Het helpt mijn ritme, en het helpt dat van hem.

Keuzes geven

Ik noemde het al kort, maar keuzes werken hier fantastisch. Dit betekent niet dat hij alles mag bepalen, maar wel dat hij het gevoel krijgt mee te beslissen. “Wil je de rode of de blauwe broek aan?” Als hij geen broek wil, zeg ik: “Je mag kiezen tussen deze twee. Kies je niet, dan kies ik de blauwe.” Zo behoud ik leiding, maar voelt hij zich niet buitengesloten.

Labeled praise en positieve aandacht

Onderzoekers raden aan om twee à drie complimenten of vormen van positieve aandacht te geven voor elk moment van correctie. Dus als mijn dreumes netjes zijn blokjes opruimt, zeg ik: “Wat ruim jij goed op! Ik ben trots op je!” Ik gebruik graag ontwikkeling dreumes als referentie om te begrijpen welke mijlpalen bij zijn leeftijd horen. Door hem expliciet te prijzen voor kleine successen, gaat hij meestal net wat extra stralen, en zie ik minder behoefte om door ‘negatief’ gedrag aandacht te zoeken.

Wat als driftbuien escaleren

Ook ik heb wel eens meegemaakt dat alles ineens misgaat. Dan is de driftbui zo hevig dat hij zichzelf op de vloer gooit, huilt, schreeuwt, en echt geen andere afleiding wil. Ik voelde me dan soms wanhopig. In zulke situaties heb ik een paar noodoplossingen.

Time-out of rustige hoek

Als je dreumes echt begint te schoppen of te slaan, dan kies ik voor een time-out. Dat betekent niet dat ik hem een kwartier in een donkere kamer zet. Dat is te heftig en onduidelijk voor zo’n kleintje. Ik til hem rustig op en breng hem bijvoorbeeld naar de “rustige hoek”, een plekje in de woonkamer. Daar probeer ik kort uit te leggen: “Je mag niet slaan. We gaan hier even zitten tot je weer rustig bent.” Ik blijf wel in zijn buurt, zodat hij niet het gevoel krijgt dat hij wordt weggestuurd. Het helpt om de situatie niet erger te maken.

Fysiek ingrijpen als het moet

Heel soms gebeurt het dat hij zichzelf of anderen pijn dreigt te doen, bijvoorbeeld door te gooien met speelgoed. Dan vind ik het cruciaal om mijn kind zacht maar duidelijk te begrenzen. Ik houd zijn armen even vast en zeg op neutrale toon: “Stop, ik kan niet laten dat je iemand pijn doet.” Dat is streng, maar niet schreeuwerig. Eigenlijk laat ik hem weten: tot hier en niet verder. Het is voor mij een laatste redmiddel.

Tabel: Voorbeelden van factoren en aanpak

Hieronder vind je een kleine tabel met veelvoorkomende oorzaken van een escalerende driftbui, en hoe ik erop reageer:

Oorzaak Mogelijke aanpak
Oververmoeidheid Direct een rustmoment inlassen, eventueel kortere dutjes
Honger Snel iets geven om te eten, bij voorkeur gezond fruit
Overprikkeling (lawaai) Naar een stille ruimte gaan of zachtjes muziek draaien
Frustratie om taalgebrek Benoemen: “Je wilt iets zeggen, maar het lukt niet hè?”
Boosheid door ‘nee’ Begrenzen maar begrip tonen: “Ik snap dat je boos bent.”

Met die aanpak kan ik meestal de grootste pieken wat dempen. Niet altijd, maar het helpt.

Producten die helpen

Ik wil graag nog iets delen over producten die mij enorm ondersteunen bij het voorkomen of verzachten van driftbuien. Hoewel het natuurlijk niet draait om spullen kopen, merk ik wel dat een paar handige bol.com-aankopen het leven van mij en mijn dreumes net iets eenvoudiger maken:

  1. Pluche knuffeldieren met een verzwaringsfunctie: Mijn kind vindt het heerlijk om een wat zwaardere knuffel op schoot te hebben wanneer hij boos of verdrietig is. Het geeft hem een gevoel van geborgenheid.
  2. Boekjes over emotieherkenning: Er bestaan vrolijke prentenboekjes die eenvoudige emoties uitleggen, bijvoorbeeld blijdschap, verdriet en boosheid. Als ik deze samen met mijn dreumes bekijk, leg ik al een basis voor het herkennen van gevoelens.
  3. Kneedbaar speelgoed: Denk aan zachte klei of ‘stressballen’ voor kinderen. Ideaal om frustratie mee weg te knijpen.
  4. Noise-cancelling koptelefoon in kinderformaat: Vooral handig op drukke plekken. Soms is een kind gewoon overprikkeld door alle geluiden om zich heen. Met zo’n kinderkoptelefoon kan je dreumes even tot zichzelf komen.
  5. Spelenderwijs leren-puzzels: Hiermee kan ik met hem werken aan fijne motoriek en geduld, wat ook helpt om driftbuien te verminderen.

Natuurlijk kun je deze spullen ook op andere plekken vinden, maar ik bestel ze meestal via bol.com omdat dat lekker snel gaat. Ik heb geleerd dat een goede voorbereiding soms irritaties kan voorkomen.

Extra adviezen uit onderzoek

Ik ben geen expert, maar ik heb met veel interesse verschillende onderzoeken gelezen. Daar kwam ik interessante inzichten tegen die me hebben geholpen om nog beter met driftbuien dreumes om te gaan:

Kinderen leren van mijn emoties

Uit een studie van het Oregon Social Learning Center bleek dat ouders die snel kwaad worden of overreageren, vaker kinderen hebben met meer driftbuien en negatief gedrag. Dat was voor mij een wake-upcall: als ik wil dat mijn dreumes niet constant uit zijn slof schiet, moet ik zelf het goede voorbeeld geven. Dus ik oefen in kalm blijven, zelfs als ik me vanbinnen gestrest voel. Dan kan hij zien hoe je stapsgewijs rustig wordt.

Frequentie en duur in de gaten houden

De meeste driftbuien duren maar een paar minuten. Uit onderzoek blijkt dat ze zelden langer dan 15 minuten duren. Bij mijn dreumes is het gemiddeld zelfs maar 2-5 minuten. Toch voelt het soms als een eeuwigheid. Is je kind ouder dan 4 en hebben jullie dagelijks langdurige driftbuien, dan kan het verstandig zijn om met een huisarts te praten, aldus bijvoorbeeld een NIMH-funded study. Het is dan mogelijk dat je kind extra hulp nodig heeft bij het verwerken van emoties of dat er iets anders speelt, zoals ADHD of een leerstoornis.

Tijdig ingrijpen

Een belangrijke tip die ik meenam, is om driftbuien te proberen te stoppen voor ze echt op gang komen. Dat lukt natuurlijk niet altijd, maar als je merkt dat je dreumes begint te mokken, kun je hem meteen afleiden met een spelletje. Ik vind “Kiekeboe!” of “I Spy” (icoontjes aanwijzen of voorwerpen benoemen) erg leuk. Zodra hij betrekkelijk rustig blijft, geef ik een compliment. Zo associeert hij kalm gedrag met positieve aandacht. Ik merk wel: ga je te laat aan de slag, dan zit je direct met een boze dreumes op de grond.

Soms helpt (actief) negeren

Ik vond het niet gemakkelijk, maar soms negeer ik de driftbui op een veilige manier door mijn aandacht even totaal weg te draaien. Ik kijk niet, praat niet, haal zelfs geen doekjes erbij. Volgens het principe dat aandacht een driftbui kan versterken, helpt negeren om te laten zien dat schreeuwen en huilen niet werkt. Als hij merkt dat hij geen publiek heeft, zakt het vaak sneller. Zodra hij kalme signalen geeft, prijs ik hem meteen: “Wat fijn dat je nu rustig bent!”

Regelmatig complimenteren

Een algemene richtlijn uit meerdere opvoedstudies is om twee tot drie keer vaker positieve feedback te geven dan negatieve of corrigerende opmerkingen. Door constant te roepen “Doe niet!” of “Stop!”, bied je kind weinig kans om te groeien in wat hij wél goed doet. Dus ben ik bewuster aan de slag gegaan met zinnetjes als: “Goed dat je wacht op je beurt!” of “Wat ben je leuk aan het spelen met je blokken!” Die complimenten moeten ook specifiek zijn, dus niet alleen “Goed zo!”, maar echt benoemen wát goed ging.

Letten op honger en slaap

Uit eigen ervaring ben ik ervan overtuigd dat de basisbehoeften vervuld moeten zijn: eten, slapen, veiligheid. Als hij ‘s nachts slecht slaapt, bijvoorbeeld als dreumes wil niet slapen, merk ik de volgende dag meer prikkelbaarheid. Of als mijn kind slecht gegeten heeft, zoals dreumes wil niet eten, schiet hij sneller in de weerstand. Ik let dus nauwkeurig op dit soort signalen. Op tijd een snack, een rustige slaaptijd (liefst in een vast ritme) en duidelijkheid voorkomen voor een groot deel de onrust.

Schakel hulp in als je twijfelt

Ik heb zelf ook wel eens gedacht: “Is dit nog normaal?” In sommige gevallen houd ik met mijn huisarts een vinger aan de pols. Als een dreumes agressief wordt of zichzelf pijnigt, is het raadzaam even iemand te raadplegen. Een professional kan dan kijken of er iets extra’s speelt, en of je meer ondersteuning kunt gebruiken.

Hoe het mij heeft geholpen

Inmiddels kijk ik heel anders naar driftbuien. Ik zie het meer als een uiting van groei, en niet alleen maar als ‘slecht gedrag’. Mijn dreumes is nog volop bezig te ontdekken wie hij is, wat hij wil, en waarom de wereld soms niet met hem meedoet. Wanneer ik mezelf eraan herinner dat hij simpelweg de emoties niet helemaal begrijpt, heb ik meer geduld. Dat geduld helpt om mij rustig te houden, en daar vaart hij dan ook weer wel bij.

Ik heb geleerd om de grote emoties van een kind te respecteren. Ik ga niet doen alsof ze er niet toe doen, maar geef er juist woorden aan: “Ik zie dat je heel verdrietig bent.” Op die manier krijgt hij het idee dat hij ertoe doet met al zijn big feelings. En omdat ik ook duidelijk en consequent ben, weet hij dat hij niet eindeloos kan blijven schreeuwen. Ik houd vast aan de grens: nee is nee. Tegelijk blijf ik empathisch door te erkennen dat hij het vervelend vindt.

Nog een eyeopener was om driftbuien dreumes niet direct persoonlijk op te vatten. Ik dacht in het begin: “Wat doe ik verkeerd? Waarom is hij zo boos op míj?” Maar in werkelijkheid was hij boos op de situatie. Zodra ik dat besefte, kon ik hem beter begeleiden.

Kleine successen vieren

Mijn manier van opvoeden, geïnspireerd op de inzichten uit diverse onderzoeken, heeft ervoor gezorgd dat ik nu wat meer geniet van de kleine successen. Laatst merkte ik dat mijn dreumes naast zijn lepel greep en dat het eten op de grond viel. Vroeger zou hij in tranen uitbarsten, maar nu keek hij me alleen even vragend aan. Ik zei: “Gaat het, lieverd? Het is niet erg, ik help je.” Hij bleef vrij kalm en zette door met eten. Dat vond ik zó fijn om te zien. Ik gaf hem meteen een compliment omdat hij niet in paniek raakte. Zo’n mini-overwinning toont dat hij leert omgaan met kleine frustraties.

Praktische situaties en oplossingen

Om je een beeld te geven: dit is hoe ik in specifieke momenten reageer. Misschien haal je er wat inspiratie uit.

  • “Ik wil zelf lopen!”: Mijn dreumes wil niet meer aan de hand lopen. Hij wil zelf stappen, maar we zijn op een drukke plek. Ik buig door mijn knieën en zeg: “Je wilt zelf lopen, hè? Dat is knap, maar hier is het niet veilig. We gaan nu twee minuutjes aan mijn hand lopen, en dan mag je los. Oké?” Ik geef een reden en noem een tijdslimiet. Dat geeft duidelijkheid.
  • “Mag ik snoepje?”: Als hij net voor het eten een snoepje vraagt, antwoord ik: “Ik snap dat je zin hebt in iets lekkers, maar we gaan eerst eten.” Hij protesteert, misschien met een driftbui. Ik blijf rustig en leg uit dat hij na het eten iets mag. Zo geef ik perspectief: er komt wel iets zoets, maar nu nog even niet.
  • “Niet naar binnen!”: We waren buiten aan het spelen, het wordt tijd om te lunchen. In plaats van abrupt alles te stoppen, roep ik alvast: “Nog een minuutje en dan gaan we naar binnen.” Meestal herhaal ik dat na dertig seconden: “Nog dertig tellen.” Hij snapt niet precies wat dertig tellen is, maar hij voelt wel dat er een eind in zicht is.

Samen de dag doorkomen

Ik merk dat mijn hele dagstructuur erop gericht is driftbuien te voorkómen. Dat lukt niet altijd, maar ik zie dat mijn dreumes zich beter begrepen voelt. We hebben behoorlijk wat hulpmiddelen, een heldere routine en ik weet wanneer ik hem net wat extra moet bijsturen. Ook vind ik het fijn om hem actief te betrekken bij simpele taken. Samen de tafel dekken bijvoorbeeld: hij kan al best wat. Of knutselen dreumes: hij mag met stickers plakken. Zo houd ik hem bezig en voorkom ik dat hij vanuit verveling gaat zeuren.

Tegelijkertijd ben ik niet bang om hem af en toe alleen te laten spelen. Soms zeg ik: “Mama gaat even koffie maken, jij speelt hier.” Dan loop ik weg, maar kijk ik wel stiekem om het hoekje. Hij leert zo zelfstandig dingen te ontdekken. Als hij merkt dat hij iets niet kan, moppert hij even. Dan komt hij naar me toe voor hulp. Ik help hem, of ik moedig hem aan het zelf te proberen. Zo laat ik zien dat een beetje frustratie niet erg is. Het hoort erbij en je kunt ervan leren.

Lange termijn: vriendelijk maar duidelijk

Een ding weet ik zeker: driftbuien verdwijnen niet zomaar van de ene op de andere dag. Tantrums en frustratie horen bij de ontwikkeling van je kindje. Rond 3 à 4 jaar zie je vaak verbeteringen. Maar ook dan kunnen er pittige buien voorkomen. Door nu al te oefenen met rustig blijven, grenzen aangeven en empathie tonen, leg je de basis voor later. Een dreumes blijft een mensje in wording: hij leert, hij maakt fouten, hij test, maar hij ontwikkelt zich elke dag een stapje verder.

Soms bekijk ik wat is een dreumes om even te begrijpen welke ontwikkelingsfase hij precies doormaakt. Daar vind ik dan handige weetjes over zijn emotionele groei, of tips over spelletjes die hem net iets meer focus geven. Het neemt wat stress weg bij mij, want ik zie dat zijn gedrag hoort bij zijn leeftijd. Daarnaast weet ik dat hoe ik reageer, mede bepaalt of hij leert om straks op een gezonde manier met stress en emoties om te gaan.

In het begin raakte ik wel eens zelf overstuur: “Nu heb ik al gestofzuigd, gekookt, luiers verschoond, en dan krijg ik dit er ook nog bij!” Ik geef toe dat ik af en toe tegen mijn eigen grenzen aanloop. Toch zie ik dat consequent en liefdevol opvoeden zich uitbetaalt. De driftbuien zijn er wel, maar vaak korter en minder intens. Ook leren we elkaar beter kennen: ik zag wanneer hij moe werd, hij herkent mijn “spreektoon” waarop hij weet: “Mama blijft rustig maar meent het wel.”

Voldaan gevoel

Ik sluit af door nogmaals te zeggen dat ik volledig begrijp hoe pittig het kan zijn. Het is absoluut geen eitje om met felle buien om te gaan, zeker niet als je zelf weinig energie hebt. Maar geloof me, het is de investering waard. Als je consistent blijft en je eigen frustratie er niet te dik bovenop legt, ontstaat gaandeweg een meer ontspannen sfeer. Dan voel je je naderhand echt voldaan: je hebt je kindje geholpen door een heftige emotie heen en hij weet dat je er voor hem bent. Dat geeft mij persoonlijk een ontspannen gevoel, zelfs na een lastige dag.

En dan, ineens, zijn er die momenten waarop hij vrolijk komt knuffelen of me helpt met een spelletje, alsof hij wil laten zien: “Kijk mam, zo kan het ook!” Juist die momenten waardeer ik extra nu ik zie hoeveel groei er telkens opnieuw in een dreumes zit. Ik zeg altijd tegen mezelf: “Het komt goed, en als het niet goed komt, dan ben ik er nog.” Dat is voor mij de kern van opvoeden: samen door de stormen gaan, met liefde en grenzen tegelijk. Zo hoop ik dat je met wat tips uit deze ervaring de driftbuien dreumes beter kunt begeleiden, en vooral dat je voelt dat je niet alleen staat. Ik geloof echt dat ieder kind en elke ouder dit op hun eigen manier kan overwinnen. Geef jezelf de ruimte, blijf ademen, en onthoud: je bent niet de enige en het is een fase die weer voorbijgaat.

Scroll naar boven