Ik heb zelf gemerkt hoe heftig verlatingsangst dreumes kan voelen. Je ziet je kleintje plotseling in paniek raken zodra je even de kamer uitloopt. Het grijpt je aan, want je wilt niets liever dan je dreumes een veilig gevoel geven. Tegelijkertijd vraag je je af of dit gedrag normaal is en hoe lang het duurt. In deze blogpost deel ik mijn eigen ervaringen en tips, in de hoop dat jij en je dreumes je snel meer op je gemak voelen.
Herken verlatingsangst bij je dreumes
Zelf vond ik het eerst lastig te begrijpen waarom mijn kind ging huilen of klampen wanneer ik nog maar één stap deed richting de gang. Maar dit patroon is eigenlijk heel gebruikelijk. Verlatingsangst bij een dreumes ontstaat vaak zodra ze doorhebben dat je nog bestaat, zelfs als je uit beeld bent (objectpermanentie). Dat inzicht brengt ook de angst met zich mee dat je écht weg kunt gaan, en die gedachte is soms beangstigend voor zo’n kleintje.
- Je dreumes kan moeite hebben om in slaap te vallen zonder jou erbij.
- Je ziet vaak clingy gedrag, zoals continu opgetild willen worden.
- Bij afscheid nemen (zoals bij de opvang) kan er plots heftige paniek of huilen ontstaan.
Ik weet nog dat ik haastig mijn jas aantrok om snel de vuilnis weg te brengen, en mijn dreumes reageerde alsof ik voor altijd vertrok. Ik dacht: “Is dit niet wat overdreven?” Tot ik begreep dat al die emoties héél normaal zijn voor een kind dat net leert beseffen dat mama of papa ook weg kan blijven. Dat inzicht gaf me rust. Als je vergelijkbaar gedrag herkent, is de kans groot dat je kindje zijn eigen fase van verlatingsangst doormaakt.
Waarom verlatingsangst ontstaat
In deze periode groeit je dreumes ontzettend snel. Ze leren lopen, beginnen wat woordjes te brabbelen en krijgen meer besef van hun omgeving. Tussen de 9 en 18 maanden start vaak de eerste duidelijke verlatingsangst, maar het kan ook later opduiken. Soms piekt dit rond de 3 jaar. Dat klinkt misschien wat laat, maar ook in de peutertijd kan verlatingsangst nog best intens blijven hangen.
Ik heb het zelf zo ervaren: mijn dreumes ging er plots vanuit dat ik bij iedere stap uit zijn gezichtsveld niet meer zou terugkomen. Dat kan gebeuren na een nieuwe verandering, zoals:
- Starten bij een nieuwe opvang of gastouder.
- Een verhuizing of ingrijpende verandering in huis.
- De komst van een babybroertje of -zusje.
- Andere ingrijpende gebeurtenissen (bijvoorbeeld een ouder die op zakenreis gaat).
Bij mijn kind werd verlatingsangst flink aangewakkerd toen we gingen verhuizen. Alles was anders: nieuwe geuren, nieuwe kamers en onbekende geluiden. Zo’n verandering kan extra spannend zijn. Je dreumes zoekt dan houvast bij jou. Hij heeft die bekende veilige basis nodig om op terug te vallen. Zodra je even uit beeld verdwijnt, voelt het alsof de laatste houvast wegvalt.
Signalen en symptomen
Er zijn verschillende manieren waarop een dreumes verlatingsangst kan laten zien. De meest voor de hand liggende signalen zijn huilen, roepen of klampen aan je been. Maar er zijn ook subtielere tekenen. Ik kwam erachter dat mijn dochtertje opeens niet meer wilde spelen als ik de kamer uit was. Zelfs haar favoriete knuffels konden dat gevoel niet wegnemen.
Enkele typische symptomen:
- Intense huilbuien of angstige blik wanneer je je omdraait om te vertrekken.
- Slecht slapen, zoals wakker worden in de nacht en huilen totdat je erbij komt. Soms wil je dreumes niet gaan slapen en zoekt hij eindeloos naar excuses (kijk ook bij dreumes wil niet slapen).
- Weinig interesse in de omgeving, alsof ze niet durven rond te lopen of te spelen zonder jouw aanwezigheid.
- Boosheid en koppigheid als je probeert weg te gaan, soms uitmondend in driftbuien (meer hierover lees je bij driftbuien dreumes).
Ook emotionele schommelingen vallen onder de symptomen. Ik zag bijvoorbeeld dat mijn kind eerst boos werd en daarna plotseling in tranen uitbarstte. Dit kan lijken op een driftbui, maar vaak ligt er vooral angst onder. Dat klinkt intens, maar bedenk dat het voor je kleintje allemaal nog zo nieuw is.
Hoe ga ik ermee om?
Ik kreeg best wat tips van mijn omgeving. De één zei: “Laat hem maar huilen, dan went hij eraan.” Een ander raadde me aan om altijd meteen terug te komen. Ik besloot mijn eigen weg te vinden. Die weg bestond uit troosten, kleine stappen zetten en zorgen dat mijn dreumes leert dat ik altijd weer terugkom. Hieronder vertel ik wat voor mij hielp.
Rustige bedtijdrituelen
Bedtijd kan een pittig moment zijn bij verlatingsangst. Vaak wil je dreumes absoluut niet alleen in bed liggen. Ik maakte daarom een vast ritueel voor het slapen:
- Even samen een boekje lezen in bed.
- Een rustig liedje zingen.
- Een nachtlampje aan, zodat de kamer niet helemaal donker is.
- Mijn dreumes een knuffel geven en kort vertellen: “Ik ben vlakbij, je bent veilig.”
Kleine dingen, maar ik zag dat het hielp. Een vaste volgorde geeft een gevoel van veiligheid. Ook een zachte projectielamp of knuffellampje kan helpen. Ik kocht bijvoorbeeld een nachtlampje via bol.com dat een rustig sterrenpatroon op het plafond projecteert. Zo hebben ze iets te zien en voelen ze zich minder alleen.
Korte en duidelijke afscheid
Ik ken de neiging om stiekem weg te sluipen, in de hoop dat je dreumes het niet merkt. Ik probeerde dat ook, maar het gaf vooral paniek wanneer hij erachter kwam dat ik echt weg was. Daarom leerde ik: wees duidelijk.
- Zeg gedag, eventueel met een vaste zin: “Ik ga even weg, maar ik kom zo terug.”
- Houd het kort, zodat de spanning niet onnodig oploopt.
- Verberg je eigen aarzeling niet te veel, maar blijf wel kalm.
Zo klinkt het voor je kleintje niet alsof je plotseling verdwijnt. Hij hoort je belofte en gaat, met wat oefening, erop vertrouwen dat je écht terugkomt.
Wat als het erger wordt?
Soms lijkt de verlatingsangst heftiger dan je zou verwachten. Je dreumes kan dan extreem overstuur raken, overmatig huilen of zelfs fysieke kwaaltjes vertonen (zoals buikpijn of misselijkheid). Ik herken hoe beangstigend dat kan zijn, vooral als je twijfelt of het nog “normaal” is. Bij sommige kinderen kan dit duiden op een ernstigere vorm, zoals een beginnende separatieangststoornis (al komt dat niet vaak voor op dreumesleeftijd).
In grote lijnen maak ik zelf onderscheid tussen milde en extremere tekenen:
Signaal | Mogelijke verklaring | Suggestie |
---|---|---|
Kortdurend huilen, maar snel kalmeren | Typische verlatingsangst, hoort bij de fase | Blijf consequent in je reactie en geef vertrouwen |
Extreme paniek, langere huilbuien | Angst vermindert niet door geruststellen | Raadpleeg een professional, vraag advies |
Fysieke klachten (hoofdpijn, buikpijn) | Mogelijk opkomende stoornis of diepe angst | Bespreek het met consultatiebureau of huisarts |
Clingy gedrag 24/7, zonder pauzes | Kan wijzen op een intensere angst | Overweeg familiehulp, kort overleg met een expert |
Ik zeg altijd: volg je intuïtie. Als je merkt dat je kleintje echt ongelukkig is of zich niet laat kalmeren, dan is extra hulp vragen helemaal prima. Sommige ouders voelen een drempel om dit te bespreken, maar veel professionals zijn vertrouwd met verlatingsangst en verwijzen je indien nodig door.
Praktische hulpmiddelen met extra steun
Toen ik besefte hoe frustrerend verlatingsangst voor mijn dreumes was, besloot ik te investeren in wat handige hulpmiddelen. Deze gaven mij én mijn kindje meer rust.
- Knuffel of pop met herkenbare geur: Ik liet mijn dreumes vaak knuffelen met een pop of tutdoekje waar mijn geur in zat. Je kunt bijvoorbeeld op bol.com kijken naar knuffels met een ingebouwd muziekje. Dat geeft een kalmerend effect.
- Babyfoon met camera: Zelf gebruikte ik een ruim bereik babyfoon (ook heel makkelijk via bol.com te vinden). Zo kon ik mijn dreumes van een afstand zien en horen. Vaak zag ik dan dat hij na een paar minuten weer rustig ging spelen, wat mij geruststelde dat ik niet direct hoefde terug te rennen.
- Draagzak: Soms heb je klusjes te doen of wil je naar de winkel. Een draagzak dreumes is dan ideaal. Je kindje blijft dicht bij je, maar je hebt je handen vrij. Voor veel kinderen is dit een fijne overgang, omdat ze jouw aanwezigheid voelen.
Let er wel op dat je niet alles tegelijk aanschaft in de hoop dat het direct allemaal oplost. Het belangrijkste blijft de manier waarop je reageert op het gedrag van je kindje. Maar kleine hulpmiddelen maken het dagelijks leven soms nét wat fijner.
Tips voor dagelijkse rust
Ik merkte dat verlatingsangst niet alleen rondom bedtijd of afscheid nemen speelt. Het kan ook op andere momenten opspelen, zoals boodschappen doen of gewoon thuis, wanneer ik even naar de badkamer ga. Daarom heb ik wat algemene trucjes ingevoerd die voor mij goed werkten:
-
Speelhoek met afleiding
Zet een speelhoek klaar met interessant speelgoed. Voor mij heeft het geholpen om iets nieuws neer te zetten, zoals een puzzel of interactief boek. Een dreumes speelgoed tip: kies iets waar je kind zelf mee kan experimenteren, bijvoorbeeld stapelblokken of een houten vormensorter. -
Betrek je kindje bij routines
Wanneer ik in de keuken bezig ben, pak ik graag een kinderstoeltje en zet ik mijn dreumes erbij. Zo ziet hij precies wat ik doe. Ik benoem alles: “Nu spoel ik de kom af, kijk eens!” Dat simpele betrekken geeft hem het idee dat hij niet ‘verlaten’ wordt. -
Korte spelletjes van ‘weg en terug’
In het klein oefenen: ik ga opzettelijk eventjes achter de deur staan, en kom dan meteen weer terug. Ik roep al vanaf de gang: “Ik ben er nog hoor!” Op die manier went mijn kleintje eraan dat mijn verdwijning niet permanent is. -
Let op je eigen stress
Toen ik zelf gestrest was, leek mijn dreumes dat feilloos aan te voelen. Als ik laat in de avond nog de afwas stond te doen, werd hij weer onrustig wakker (hierover lees je meer bij dreumes huilt in slaap). Probeer zelf ook af en toe een ademhalingsoefening of een kort moment van ontspanning.
Laat je dreumes niet te lang huilen
Ik snap dat sommige ouders zweren bij de ‘cry it out’ methode. Toch las ik onderzoeken waaruit blijkt dat lang laten huilen schadelijk kan zijn voor baby’s en dreumesen. De stresshormonen lopen op, en je kleintje kan zich in de steek gelaten voelen. Dat heeft een negatief effect op de hersenontwikkeling en het vertrouwen in de ouder-figuur.
Natuurlijk huilt ieder kind weleens, en een paar minuutjes kan soms onvermijdelijk zijn. Maar het gaat om de manier waarop je reageert. Ik merk dat snel troosten of even praten op geruststellende toon vaak al genoeg is om het ergste verdriet te sussen. Het is niet zo dat je hierdoor een ‘verwende’ dreumes krijgt. Integendeel, op de lange termijn leren ze dat hun ouder betrouwbaar is. Daardoor worden ze juist zelfstandiger als ze ouder worden.
In sommige antropologische studies (zoals ik las in het onderzoek) zie je zelfs dat kinderen die altijd snel getroost werden, later vaak meer zelfvertrouwen hebben. En dat is precies wat we willen voor onze kleintjes, toch?
Preventieve aanpak: voel je gerust
Ik stond er eerst niet bij stil, maar ‘oefenen’ met kleine momentjes van afwezigheid kan echt helpen om verlatingsangst bij je dreumes te verzachten. Hier wat ideeën:
- Kiekeboe-spelletjes: Korte en vrolijke momentjes, waarbij je net achter een kussen verdwijnt en ‘ta-da!’ tevoorschijn komt. Zo went je dreumes langzaam aan het idee dat je niet echt weg bent.
- Schakel hulp in: Laat je kindje af en toe knuffelen met een oom, tante of grootouder, ook als jij in dezelfde ruimte bent. Jij bent dus niet de enige veilige optie. Zo bouw je een breder netwerk van vertrouwde gezichten.
- Structuur in de dag: Kinderpsychologen geven vaak aan dat regelmaat en herkenbaarheid dreumesen een gevoel van veiligheid geven. Probeer een vaste indeling van eten, spelen en slapen aan te houden. Voor meer info over hoe een dreumes zich ontwikkelt, kun je ook kijken bij ontwikkeling dreumes.
Hoe meer je kleintje weet wat er gaat gebeuren, des te minder verrassingen en des te meer vertrouwen dat het allemaal wel goedkomt. Als ik bijvoorbeeld de opvang belde voor ik mijn kind bracht, vertelde ik van tevoren al: “Vandaag ga ik werken, daarna kom ik je weer ophalen. Net zoals gisteren.” Het klinkt misschien simpel, maar voor je dreumes geeft het houvast.
Blik op de toekomst
Inmiddels is mijn eigen dreumes weer wat ouder, en ik zie dat de verlatingsangst afneemt. Dat wil niet zeggen dat het ineens helemaal weg is. Op sommige dagen wil hij geen seconde zonder mij zijn, zeker niet als hij moe of ziek is. Maar ik heb geleerd dat dat er gewoon bij kan horen. Verlatingsangst is een normale fase die vaak vanaf 9 maanden begint en rond 3 jaar steeds minder wordt.
Ik blijf trouwens mijn eigen aanpak verfijnen. Zo ben ik nog altijd op zoek naar handige tips en producten. Een babyfoon met beter bereik of een nieuw zacht nachtlampje van bol.com kan de nachtrust nog wat prettiger maken. Ook houd ik rekening met zijn gevoelens: ik benoem bijvoorbeeld wat er gebeurt en geef hem de zekerheid dat ik altijd weer terugkom. En als hij soms toch ontroostbaar is, is een dikke knuffel de beste oplossing. Ik geloof echt dat warme zorg en begrip de basis zijn voor een ontspannen kind.
Ik hoop dat mijn verhaal en tips je een beetje helpen. Iedere ouder en ieder kind is anders, maar verlatingsangst bij je dreumes is vrijwel altijd een fase die voorbijgaat. Met positieve aandacht, een beetje geduld en praktische hulpmiddelen kom je vaak al een heel eind. En als je behoefte hebt aan meer inspiratie of advies, dan kun je altijd verder lezen bij bijvoorbeeld dreumes wil niet slapen of driftbuien dreumes. Alles om het leven met je dreumes net wat gezelliger te maken. En onthoud: je bent niet alleen, want ik weet precies hoe het voelt om die intense dreumes-emoties van dichtbij mee te maken. Samen komen we er wel.